
Categorieën: Fons van Laar, Instructief, Schilderen, en Website
Tags: Abraham Bosse en Rembrandt
In kM 111 verdiept Fons van Laar zich in het ‘mysterie van de witte etsgrond’ van Rembrandt. Hij beschrijft hoe hij op een boek van Abraham Bosse uit 1645 stuitte op basis waarvan hij een hedendaags recept voor witte etsgronden kon maken. In dit online artikel plaatsen wij de Nederlandse vertalingen van de Franse teksten uit de eerste en derde editie van de uitgave van Abraham Bosse. De vertalingen zijn van de hand van Paul van Laar.
Uit Traité des Manières de Graver en Taille Douce sur L’airin. Par le moyen des eauxs fortes & des Vernix Durs et Mols (p. 47): ‘Als u uw harde vernis (etsgrond) hebt aangebracht (zoals gezegd op de graveerplaat) laat u hem koken of drogen op het vuur, zonder zwart te laten worden (beroeten), en op dezelfde wijze als het was, vervolgens de plaat laten afkoelen, waarna u loodwit (blanc de céruse) goed opgelost zult hebben in water en in een met lood beslagen aardewerken kom gedaan met een beetje gesmolten Vlaamse lijm (colle de Flandre). U zet de kom op het vuur en laat het geheel smelten en een beetje warm worden. Daarna neemt u van het zogeheten wit, dat behoorlijk helder moet zijn, met een dikke borstel of varkensharen kwast en schildert u hiermee de etsgrond wit in zo dun mogelijke laag en liefst in één keer opgebracht, en u laat de plaat ergens drogen in platte (horizontale) toestand. Als bij het witmaken het wit toevallig moeilijk “pakt”, moet u bij dat wit één of twee druppels ossengal doen en met de borstel mengen in de kom. (En voor de zachte vernis hoeft u alleen maar hetzelfde te doen. Nadat men hem heeft aangebracht op de etsplaat en alleen uitgesmeerd met pluimbaarden zonder het zwart maken. Iemand zou kunnen zeggen dat, als men het zwart maakt voordat men het wit erop aanbrengt, de kerven na het graveren donkerder zouden kunnen lijken en daarom zichtbaarder voor het oog. Mijn antwoord hierop is tweeledig: ten eerste dat het zwartmaken ervoor zorgt dat de blanke laag niet goed wil hechten; en men durft er niet zoveel gal in te doen uit angst om de etsgrond te beschadigen. Ten tweede dat zelfs als het wit zich toch zou hechten, het slechts grijs zou lijken vanwege de donkere kleur van de etsgrond, of het moet zijn dat men het zo dik aanbrengt dat het geheel niets meer waard zou zijn. De tegen(af)druk of calque (kopie) op de zachte vernis gebeurt met roodkrijt, zoals ik al eerder zei voor de harde, ofwel door over het papier of tekening te wrijven met poeder van zwarte steen i.p.v. roodkrijt, wanneer de vernis wit wordt gemaakt. Wanneer u op de zachte vernis hebt gegraveerd wat u wenst en u de etsplaat in het etswater wilt laten uitdiepen, dan moet u een beetje gewoon lauwwarm water over de plaat gooien en met een schone zachte spons of met de vingertoppen over het wit wrijven om het overal te verdunnen. Dan de plaat wassen zodat er geen wit meer op zit en hem laten drogen.’

Het maken van de (witte) etsgrond
Uit: De la manière de graver à l’eau forte et au burin (p. 50): ‘Neem een ons witte was een half ons mastiek(pek/bitumen). Een helf ons spalt, of amber. Verbrijzel apart de mastiek en spalt in een mortier: …. een aardewerken pot (geglazuurd?). Doe de was hierin en laat hem smelten op het vuur, waarna u beetje bij beetje de mastic en spalt toevoegt voortdurend roerend tot het geheel goed vermengd is. Vervolgens giet u het om in helder water en maakt het tot een bal die u bewaart tot gebruik bij gelegenheid. U dient op twee zaken te letten: 1 De plaat niet te hoog verhitten als u de vernis aanbrengt. Leg de eerste vernislaag zo dun als mogelijk om vervolgens de blanke (witte) laag erover te kunnen leggen zonder een “considerable” dikte te krijgen. De plaat niet zwart beroeten zoals bij normale vernis, maar als hij uiteindelijk afgekoeld is kan men een stuk wit de “cerufe” verbrijzelen tot extreem fijn en lost, mengt men dit helderwitte poeder in gegomd water om dit met een penseel als sterke laag dun en egaal over de hele plaat aan te brengen. Dit is de manier waarop Rembrandt zijn platen verniste.’
bijschrift
note
bijschrift

Fons van Laar
Fons van Laar is beeldend kunstenaar, opgeleid aan de Jan van Eyck Academie Maastricht. Actief als schilder en keramist. Werkzaam in Museum het Rembrandthuis in Amsterdam als demonstrateur etsen en verfbereiding.